Ga naar de inhoud
Logo Veenweiden Gouwe Wiericke, link gaat naar homepagina (naar homepage)
Direct naar
  • Over ons
  • Contact
Zoeken
  • Home
  • Nieuws
  • Natuur
  • Deelgebieden
    • Abessinië en Zuidzijderpolder
    • Bodegraven Noord
    • Meijegraslanden
    • Noordse Buurt
    • Ruygeborg-II
    • Steinse Groen
    • Westveen 1
    • Eerder gerealiseerd
  • Planten en dieren
  • Discussie
  • Veelgestelde vragen
  • Over ons
  • Contact
  1. Home ›
  2. Deelgebieden ›
  3. Bodegraven Noord ›
  4. Welke natuur

Welke natuur


Deze nieuwe natuur wordt zo ingericht dat bijzondere plant- en diersoorten weer een kans krijgen, omdat veel soorten het moeilijk hebben of zijn verdwenen. Door meer soorten planten en dieren versterkt de biodiversiteit, wat de natuur in het Natura 2000-gebied van de Nieuwkoopse Plassen. Dit zorgt ook voor een aantrekkelijk leefgebied voor weidevogels. Door de variatie kunnen zij hier beschermd broeden en hebben hun jongen voldoende voedsel om op te groeien. Daarnaast voelen ook dieren zoals de otter en de noordse woelmuis zich hier thuis.

Geschiedenis

Al vele jaren is er nagedacht over het aanleggen van natuur in Bodegraven Noord. De polder is belangrijk als schakel tussen twee grote natuurgebieden: de Nieuwkoopse Plassen en de Reeuwijkse Plassen. Samen met grondeigenaren, pachters, belangenorganisaties en omwonenden is gekeken hoe de nieuwe natuur eruit kan komen te zien.

Plan voor inrichting

In 2016 is een schetsontwerp gemaakt voor de inrichting van de natuurzone. De agrarische partijen De Parmey en LTO Noord hebben naar aanleiding daarvan het initiatief genomen om een plan op te stellen. Dat plan, bekend onder de naam “Gedragen Invulling van NNN Bodegraven Noord” uit 2018 is de basis geweest voor het inrichtingsplan dat in 2023 is gepresenteerd.

Pachters

De huidige pachters van de gronden zijn betrokken bij verschillende ontwerpkeuzes. Daarbij is gekeken naar het beheer met als uitgangspunt dat de meeste pachters kunnen blijven pachten. Ook werd gekeken naar de ontsluiting van het gebied voor het beheer en hoe deze kan worden verbeterd.

Werkgroep en commissie

Voor het ontwerp is een technische werkgroep opgericht. Vanuit de werkgroep zijn samen met de gemeente, het waterschap, en Natuurmonumenten de technische vraagstukken verder uitgewerkt. Uitgangspunt voor het ontwerp was dat het een uitwerking zou zijn van de ‘Gedragen Invulling’. Als de werkgroep ideeën had uitgewerkt, dan werd advies gevraagd aan de klankbordgroep, de zogeheten “Kleine Commissie”. In deze commissie zaten leden van de technische werkgroep en vertegenwoordiging vanuit de Parmey en LTO Noord. Onder leiding van een onafhankelijke voorzitter heeft deze Kleine Commissie steeds het ontwerp getoetst aan de belangen van de agrariërs. Dit leidde onder andere tot aanpassingen van het ontwerp, maar ook tot afspraken over een tegemoetkoming van de agrariërs.  over de gebiedsafspraken en werd ook gesproken over de (technische) aandachtspunten die zich tijdens het ontwerpproces voordeden. Tijdens inloopavonden zijn de reacties en adviezen van een brede groep belanghebbenden en geïnteresseerden opgehaald.

Wensen uit het gebied

Aan de uitwerking van het natuurgebied is een lang proces voorafgegaan, waarin verschillende stappen zijn gezet om tegemoet te komen aan wensen uit het gebied. Zo was iIn het oorspronkelijke plan het natuurgebied 360 ha (hectare) groot, waarvan 130 ha uit schraallanden bestond. Gedurende het proces is dit teruggebracht naar 290 ha met 70 ha schraallanden. Daarbij zijn de grenzen aangepast, zodat het natuurgebied een geheel vormt.

Agrariërs in het gebied gaven in het proces aan dat zij geregeld wateroverlast hebben. Daarom wordt met de inrichting van de nieuwe natuur meteen geïnvesteerd in een grote waterberging voor piekbuien. Daartoe wordt een verhoogde peilscheiding aangelegd. Deze peilscheiding wordt ook gebruikt als beheerpad, zodat de gronden goed beheerd kunnen worden.

En er is ook gekeken naar de ligging van de meest kwetsbare natuur. Die is verder van de agrarische bedrijven komen te liggen.

Tegemoetkomingsregeling voor agrariërs

De agrariërs uit de polder Bodegraven Noord pachten de gronden in het natuurgebied van Natuurmonumenten met éénjarige pachtcontracten. Tenminste 220 ha van de nieuwe natuur kan straks extensief door agrariërs worden gebruikt. De 70 ha zeldzame natuur is straks schrale en erg natte grond. Een aantal agrariërs ervaart deze ingreep op de gronden die zij kortdurend pachten als een grote impact voor hun bedrijfsvoering. Om de agrariërs tegemoet te komen is door de Stuurgroep een uitzonderlijke tegemoetkomingsregeling ontwikkeld: de agrariërs, die gronden pachten in  Bodegraven Noord die geplagd worden, krijgen voor 6 jaar andere pachtgronden van de Provincie toebedeeld. Zo hebben zij tijd om hun bedrijfsvoering op de nieuwe situatie aan te passen.

De onafhankelijke Commissie Van Velzen, die door de gemeenteraad is aangesteld, moest toetsen of er sprake was van onevenredige benadeling van omliggende boeren. Zij concludeerde helder dat dit niet het geval is.

Onafhankelijk oordeel

Nadat het hele gebiedsproces was doorlopen is er nog een onafhankelijk oordeel gevraagd over de uitkomsten van dit proces. Een van de belangrijkste commissies, waar over Bodegraven Noord van gedachten werd gewisseld, was de ‘Kleine Commissie’. De onafhankelijke voorzitter van de “Kleine Commissie” concludeerde aan het einde van het proces dat bij de totstandkoming van het ontwerp de zorgen van de agrariërs voldoende serieus zijn genomen. En dat het ontwerp niet veel beter kan dan wat er nu ligt. Hij zag ook dat het voor de betrokken agrariërs moeilijk blijft om te accepteren dat plaggen van de gronden, die zij pachten, nodig is om de zeldzame natuur tot bloei te laten komen.

Participatieproces

Sinds 2016 werken Stuurgroep, Provincie, Natuurmonumenten en de agrariërs uit de polder aan een ontwerp voor de nieuwe natuur in Bodegraven-Noord. In 2018 hebben agrarische partijen (LTO en De Parmey), op verzoek van de Stuurgroep, zelf een voorstel voor een invulling van het gebied Bodegraven Noord gedaan. Met als uitgangspunt het realiseren van de natuurdoelen. Dit voorstel heeft de basis gelegd voor het uiteindelijke ontwerp.

Voor succesvolle nieuwe natuur zijn twee zaken het meest belangrijk: bodem en water. Daarom komt er een watersysteem dat zorgt dat er overal voldoende en schoon water is. Op de plekken waar zeldzame natuur moet ontstaan wordt de bodem geschikt gemaakt door de bovenste fosfaatrijke laag te verwijderen. Op die manier ontstaat Nat Schraalland.

Wateroverlast

Agrariërs in het gebied gaven in het proces aan dat zij geregeld wateroverlast hebben. Daarom wordt met de inrichting van de nieuwe natuur meteen geïnvesteerd in een grote waterberging voor piekbuien. Daartoe wordt een verhoogde peilscheiding aangelegd. Deze peilscheiding wordt ook gebruikt als beheerpad, zodat de gronden goed beheerd kunnen worden.

Lang proces

Aan de uitwerking van het natuurgebied is een lang proces voorafgegaan. In het oorspronkelijke plan was het natuurgebied 360 ha (hectare) groot, waarvan 130 ha uit zeldzame natuur bestond. Gedurende het proces is dit teruggebracht naar 290 ha met 70 ha zeldzame natuur. Daarbij zijn de grenzen aangepast, zodat het natuurgebied een geheel vormt. En er is ook gekeken naar de ligging van de meest kwetsbare natuur. Die is verder van de agrarische bedrijven komen te liggen.

Geen benadeling

De onafhankelijke Commissie Van Velzen, die door de gemeenteraad is aangesteld, moest toetsen of er sprake was van onevenredige benadeling van omliggende agrariërs. Zij concludeerde helder dat dit niet het geval is.

Onafhankelijk oordeel

Nadat het hele gebiedsproces was doorlopen is er nog een onafhankelijk oordeel gevraagd over de uitkomsten van dit proces. Een van de belangrijkste commissies, waar over Bodegraven Noord van gedachten werd gewisseld, was de ‘Kleine Commissie’. De onafhankelijke voorzitter van deze Kleine Commissie concludeerde dat bij de totstandkoming van het ontwerp de zorgen van de agrariërs voldoende serieus zijn genomen. En dat het ontwerp niet veel beter kan dan wat er nu ligt. Hij zag ook dat het voor de betrokken agrariërs moeilijk blijft om te accepteren dat plaggen van de gronden, die zij pachten, nodig is om de zeldzame natuur tot bloei te laten komen.

Doelsoorten: otter, grutto en noordse woelmuis

Bodegraven Noord is een belangrijke schakel in het ‘natuurnetwerk’ dat de Nieuwkoopse Plassen en de Reeuwijkse Plassen met elkaar verbindt. Veel dieren kunnen dankzij de nieuwe natuur veilig en beschut van het ene naar het andere leefgebied komen. Zo zwerft de mannetjesotter wel tot zo’n dertig kilometer per nacht. Ook voor de noordse woelmuis worden plekken aangelegd waar hij veilig kan leven.

Beschermen

Met de nieuwe natuur in Bodegraven Noord is de inzet dat de biodiversiteit zich in dit gebied herstelt, zodat er meer bijzondere plantensoorten terugkomen waar weer bijzondere diersoorten op afkomen. Dat zijn soorten die we willen beschermen, omdat deze dieren het door het veranderende landschap steeds moeilijker hebben gekregen. We richten ons daarbij voor Bodegraven Noord vooral op de otter, weidevogels, waaronder de grutto en de noordse woelmuis.




De Stuurgroep Veenweiden Gouwe Wiericke richt in opdracht van de provincie Zuid-Holland 1.000 hectare nieuwe natuur rondom de Nieuwkoopse en Reeuwijkse plassen in. De Stuurgroep bestaat uit bestuurders van:

  • Gemeente Bodegraven-Reeuwijk
  • Gemeente Nieuwkoop
  • Hoogheemraadschap van Rijnland
  • Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

Direct naar

  • Over ons
  • Samenwerking
  • Abonneren nieuwsbrief
  • Documenten
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring

Contact

Contactformulier