Welke natuur
Deze nieuwe natuur wordt zo ingericht dat bijzondere plant- en diersoorten weer een kans krijgen, omdat veel soorten het moeilijk hebben of zijn verdwenen. Door meer soorten planten en dieren versterkt de biodiversiteit, wat de natuur in het Natura 2000-gebied van de Nieuwkoopse Plassen. Dit zorgt ook voor een aantrekkelijk leefgebied voor weidevogels. Door de variatie kunnen zij hier beschermd broeden en hebben hun jongen voldoende voedsel om op te groeien. Daarnaast voelen ook dieren zoals de otter en de noordse woelmuis zich hier thuis.
Al vele jaren is er nagedacht over het aanleggen van natuur in Bodegraven Noord. De polder is belangrijk als schakel tussen twee grote natuurgebieden: de Nieuwkoopse Plassen en de Reeuwijkse Plassen. Samen met grondeigenaren, pachters, belangenorganisaties en omwonenden is gekeken hoe de nieuwe natuur eruit kan komen te zien.
Advies
In 2016 is een schetsontwerp gemaakt voor de inrichting van de natuurzone. De agrarische partijen De Parmey en LTO Noord hebben naar aanleiding daarvan het initiatief genomen om een advies op te stellen. Dat advies uit 2018 is de leidraad geweest voor het inrichtingsplan dat in 2021 is gepresenteerd.
Pachters
Het Voorlopig Ontwerp en Definitief Ontwerp zijn met de huidige pachters van de gronden besproken. Daarbij is gekeken naar het beheer met als uitgangspunt dat pachters kunnen blijven pachten. Ook werd gekeken naar de ontsluiting van het gebied voor het beheer en hoe deze kan worden verbeterd.
Werkgroep en commissie
Voor het ontwerp is een technische werkgroep opgericht. Vanuit de werkgroep zijn samen met de gemeente, het waterschap, agrariërs en Natuurmonumenten de technische vraagstukken verder uitgewerkt. Uitgangspunt voor het ontwerp was dat het zou gaan om een ‘gedragen invulling’. Om te toetsen of het ontwerp voldoende draagvlak had, is de Kleine Commissie Bodegraven Noord opgericht. In deze commissie zaten leden van de technische werkgroep en vertegenwoordiging vanuit de Parmey en LTO Noord. Onder leiding van een onafhankelijke voorzitter heeft deze commissie steeds het ontwerp getoetst. Daarbij ging het onder andere over de gebiedsafspraken en werd ook gesproken over de (technische) aandachtspunten die zich tijdens het ontwerpproces voordeden. De ontwerpen zijn gedeeld tijdens twee inloopavonden in 2022 (VO) en 2023 (DO), waarbij alle omwonenden en geïnteresseerden uitgenodigd waren.
Verbeteren samenwerking
Na vaststelling van het definitieve ontwerp heeft de stuurgroep aan de provincie gevraagd om aandacht te hebben voor de relatie tussen Natuurmonumenten en agrariërs vanwege de aanhoudende bezwaren vanuit de agrariërs over de invulling van het natuurgebied. Hier heeft de provincie gehoor aan gegeven. Zij vindt een goede samenwerking gebaseerd op wederzijds vertrouwen belangrijk en verwacht dat dit het gebied veel gaat opleveren. Hiervoor zijn gesprekken nodig om die samenwerking vorm te geven in de toekomst. De provincie kijkt welke rol zijzelf en de gemeente daarin kan spelen.
Sinds 2016 werken Stuurgroep, Provincie, Natuurmonumenten en de agrariërs uit de polder aan een ontwerp voor de nieuwe natuur in Bodegraven-Noord. In 2018 hebben agrarische partijen (LTO en De Parmey), op verzoek van de Stuurgroep, zelf een voorstel voor een invulling van het gebied Bodegraven Noord gedaan. Met als uitgangspunt het realiseren van de natuurdoelen. Dit voorstel heeft de basis gelegd voor het uiteindelijke ontwerp.
Voor succesvolle nieuwe natuur zijn twee zaken het meest belangrijk: bodem en water. Daarom komt er een watersysteem dat zorgt dat er overal voldoende en schoon water is. Op de plekken waar zeldzame natuur moet ontstaan wordt de bodem geschikt gemaakt door de bovenste fosfaatrijke laag te verwijderen. Op die manier ontstaat Nat Schraalland.
Wateroverlast
Agrariërs in het gebied gaven in het proces aan dat zij geregeld wateroverlast hebben. Daarom wordt met de inrichting van de nieuwe natuur meteen geïnvesteerd in een grote waterberging voor piekbuien. Daartoe wordt een verhoogde peilscheiding aangelegd. Deze peilscheiding wordt ook gebruikt als beheerpad, zodat de gronden goed beheerd kunnen worden.
Lang proces
Aan de uitwerking van het natuurgebied is een lang proces voorafgegaan. In het oorspronkelijke plan was het natuurgebied 360 ha (hectare) groot, waarvan 130 ha uit zeldzame natuur bestond. Gedurende het proces is dit teruggebracht naar 290 ha met 70 ha zeldzame natuur. Daarbij zijn de grenzen aangepast, zodat het natuurgebied een geheel vormt. En er is ook gekeken naar de ligging van de meest kwetsbare natuur. Die is verder van de agrarische bedrijven komen te liggen.
Tegemoetkoming
De agrariërs uit de polder Bodegraven Noord pachten de gronden in het natuurgebied van Natuurmonumenten met éénjarige pachtcontracten. Tenminste 220 ha van de nieuwe natuur kan door agrariërs extensief door agrariërs worden gebruikt. De 70 ha zeldzame natuur is straks schrale en erg natte grond, omdat er geplagd zal worden. Een aantal agrariërs ervaart deze ingreep als een grote impact voor hun bedrijfsvoering. Om de agrariërs tegemoet te komen is door de Stuurgroep een uitzonderlijke tegemoetkomingsregeling ontwikkeld: de agrariërs, die minder grond in Bodegraven Noord kunnen pachten, krijgen voor 6 jaar andere pachtgronden van de Provincie toebedeeld.
Geen benadeling
De onafhankelijke Commissie Van Velzen, die door de gemeenteraad is aangesteld, moest toetsen of er sprake was van onevenredige benadeling van omliggende boeren. Zij concludeerde helder dat dit niet het geval is.
Onafhankelijk oordeel
Nadat het hele gebiedsproces was doorlopen is er nog een onafhankelijk oordeel gevraagd over de uitkomsten van dit proces. Een van de belangrijkste commissies, waar over Bodegraven Noord van gedachten werd gewisseld, was de ‘Kleine Commissie’. De onafhankelijke voorzitter van deze Kleine Commissie concludeerde dat bij de totstandkoming van het ontwerp de zorgen van de agrariërs voldoende serieus zijn genomen. En dat het ontwerp niet veel beter kan dan wat er nu ligt. Hij zag ook dat het voor de betrokken agrariërs moeilijk blijft om te accepteren dat plaggen van de gronden, die zij pachten, nodig is om de zeldzame natuur tot bloei te laten komen.
Bodegraven Noord is een belangrijke schakel in het ‘natuurnetwerk’ dat de Nieuwkoopse Plassen en de Reeuwijkse Plassen met elkaar verbindt. Veel dieren kunnen dankzij de nieuwe natuur veilig en beschut van het ene naar het andere leefgebied komen. Zo zwerft de mannetjesotter wel tot zo’n dertig kilometer per nacht. Ook voor de noordse woelmuis worden plekken aangelegd waar hij veilig kan leven.
Beschermen
Met de nieuwe natuur in Bodegraven Noord is de inzet dat de biodiversiteit zich in dit gebied herstelt, zodat er meer bijzondere plantensoorten terugkomen waar weer bijzondere diersoorten op afkomen. Dat zijn soorten die we willen beschermen, omdat deze dieren het door het veranderende landschap steeds moeilijker hebben gekregen. We richten ons daarbij voor Bodegraven Noord vooral op de otter, weidevogels, zoals de grutto en de noordse woelmuis.
Weidevogels
Bodegraven Noord is een gebied dat ideaal is voor weidevogels. Dat heeft te maken met de combinatie van de verschillende graslanden, waaronder vochtig weidevogelgrasland en nat schraalland. Deze variatie maakt dat het een waardevolle leefomgeving kan worden voor weidevogels als de grutto, kievit en de tureluur. Het blijft een open landschap dat we aantrekkelijk maken voor weidevogels, zodat zij hier door het beschutte hoge gras en de biodiversiteit waardoor er genoeg voedsel is, hun kuikens kunnen groot brengen.