Historisch landschap
Historische verkaveling
De historische ontginning van Gouwe Wiericke is in het slotenpatroon en de verkaveling te herkennen. Meestal ziet het er zo uit: lange smalle percelen, gescheiden door evenwijdig aan elkaar gegraven sloten. In Westveen komt ook “blokverkaveling” voor. De vorm van de kavels is hier min of meer vierkant of rechthoekig. De sloten hier zijn rond het jaar 1000 gegraven door de allereerste bewoners van de streek. Dat waren Hollanders die een kleine nederzetting stichtten langs de bovenloop van de Meije, op de grens met het bisdom Utrecht. Deze plek was van strategisch belang voor de graaf van Holland en er heeft waarschijnlijk zelfs een verdedigbaar gebouw gestaan. Midden in de wildernis werd niet volgens een vooropgezet plan gewerkt. Als er cultuurgrond nodig was dan werden er eenvoudigweg vanaf de Meije sloten om een stuk hoogveen gegraven waardoor het veen ontwaterde en er gewassen verbouwd konden worden.
De Meije lag in het Graafschap Holland, terwijl de Kromme Mijdrecht in het gebied van de Bisschop van Utrecht lag. De grens tussen het bisdom en het graafschap lag op de huidige Uitweg. Grensgeschillen tussen de bisschop en de graaf waren aan de orde van de dag. Het was dan ook ondenkbaar dat sloten van de bisschop afwaterden op een rivier van de graaf. Dit zou immers wateroverlast kunnen veroorzaken. Het bisdom was aangewezen op de Kromme Mijdrecht. De sloten werden hierom van het oosten naar het westen gegraven. Op de grens kwam een waterkerend dijkje dat later de Uitweg werd. Toen de graaf zover was om zijn gebied te ontwateren, was hij genoodzaakt om de sloten te laten afwateren op de Meije. Aan de andere kant van de Uitweg lopen de sloten dus van het zuiden naar het noorden.