Hoe kunnen we de grutto beter beschermen in Zuid-Holland?
De grutto staat als weidevogel onder grote druk. Zuid-Holland was een belangrijk leefgebied voor deze soort, maar het aantal grutto’s is drastisch afgenomen. De grutto is onze nationale vogel en het beschermen van deze icoonsoort vraagt om veel extra inspanningen. Deze inspanningen zijn er vooral op gericht om de dalende lijn van steeds minder grutto’s in de veenweiden gebieden van Zuid-Holland te stoppen.
Veranderend landschap
Het aantal grutto’s is tussen 1990 en 2014 met 58 procent gedaald in Zuid-Holland (bron: Actieplan Boerenlandvogels). Weidevogels waaronder de grutto zijn belangrijke graadmeters of het goed gaat met de natuur. Zij nemen een belangrijk plek in het gehele ecologische systeem in en zijn afhankelijk van de biodiversiteit. De achteruitgang van het aantal grutto’s is een zorg voor iedereen. De provincie Zuid-Holland is daarom het actieplan ‘Boerenlandvogels’ gestart.
Herstel van leefgebied
Een belangrijk aspect van de bescherming van de grutto is het herstel van zijn natuurlijke leefomgeving. In Veenweiden Gouwe Wiericke richten we in de deelgebieden Bodegraven Noord, Abessinië Zuidzijderpolder en Ruygeborg II grote delen speciaal in als kruiden- en faunarijke graslanden. Hiermee vergroten we het leefgebied voor de weidevogels, waaronder de grutto.
Meer wormen en insecten
Dankzij een wat hoger waterpeil, minder bemesting en later maaien worden de graslanden natter en schraler, met meer bloemen. Dat betekent meer wormen voor de volwassen grutto en meer insecten voor de jonge grutto.
Grutto’s eten veel wormen. Met hun snavel halen ze die uit de bodem. Maar dat lukt alleen als die wormen niet te diep zitten. In graslanden met een hoger waterpeil vinden grutto’s daarom makkelijk hun voedsel.
Ontmoetingsplekken
Als de grutto’s terugkeren uit Spanje, Portugal en Zuid-Afrika zijn vooral de drassige stukken grasland van onze veenweidegebieden drukbevolkt. Het zijn sociale ontmoetingsplekken waar weidevogels hun partners ontmoeten, hun verenkleed rustig kunnen poetsen en veilig kunnen slapen. En aan de randen vinden ze in de bodem een snelle hap. Zo komen ze op krachten na hun lange trektocht.
Bloemen en insecten
Gruttokuikens, die eigenlijk pullen heten, zijn vanaf het moment dat ze uit het ei kruipen op zichzelf aangewezen. Zij banen zich een weg door het gras op zoek naar insecten. De pullen van de grutto eten 5.000 tot 12.000 insecten per dag. Daarom is het belangrijk dat het leefgebied van de grutto’s een rijkdom heeft aan kruiden waar veel insecten op afkomen, zoals pinksterbloem, scherpe boterbloem en veldzuring.
Leefgebied
De pullen hebben als leefgebied vochtig grasland nodig waar veel vliegende insecten leven. Ook is een afwisseling van open veld met hoog en laag gras van levensbelang, zodat ze zich makkelijk kunnen bewegen en zich kunnen verstoppen voor predatoren. Als de pullen groter worden, hebben zij bodemdieren nodig, maar door het lagere waterpeil kunnen zij dat voedsel steeds minder vinden in de toplaag van de bodem.
Achteruitgang
Na het broedseizoen vertrekken er ieder jaar minder grutto’s naar het zuiden. De oorzaak van de achteruitgang is voor een belangrijk deel te wijten aan de verdroging van de graslanden en de jarenlange intensieve bemesting. Door het bemesten groeit het gras erg hard en wordt er al vroeg in het seizoen gemaaid. Daardoor ontbreken de bloemen waar veel insecten op afkomen.
Bescherming
Steeds meer agrariërs zijn zich bewust van de achteruitgang van de grutto’s. Zij doen er alles aan om te helpen bij het overleven van de grutto’s en andere weidevogels. Dat doen zij door hun land minder te bemesten en door later in het seizoen pas te gaan maaien. Met name de overleving van de pullen is voor hen een grote uitdaging. Samen met vrijwilligers beschermen zij de nesten.
Andere gevaren
Er schuilen ook nog andere gevaren voor de grutto’s. Roofdieren, zoals vossen, kraaien en roofvogels, die we predatoren noemen, hebben het voorzien op de eieren in de nesten en op de pasgeboren pullen. Ieder jaar valt een deel van de nesten en gruttopullen ten prooi aan deze predatoren. Maar hoe meer weidevogels er zijn, hoe beter zij samen in staat zijn die predatoren weg te jagen. Je ziet de grutto’s en de kieviten massaal opvliegen en met veel kabaal het roofdier afleiden, dat het op hun kuikens heeft voorzien.
Meer dan een vogel
De bescherming van de grutto is niet alleen belangrijk omdat de grutto onze nationale vogel is, maar het gaat ook om het behoud van het oorspronkelijke veenweidenlandschap. Langzaam maar zeker verdwijnen steeds meer weidevogels in het veenweidengebied. Dat wijst op een zorgwekkende achteruitgang van de biodiversiteit. Daarom zetten we in op een gezamenlijke aanpak. Natuurorganisaties beheren de natuurgebieden, die speciaal zijn ingericht voor grutto’s en andere weidevogels en de agrariërs beheren en beschermen op hun gronden samen met vrijwilligers de gruttonesten en de pullen. Op sommige plekken zie je dat het langzaam de goede kant weer opgaat met de grutto.