Rick Dijkshoorn werkt mee aan behalen van natuurdoelstellingen
Rick Dijkshoorn (24) pacht sinds vorig jaar grond in het natuurgebied de Meijegraslanden. Hij laat daar vleeskoeien grazen en af en toe ook jonge melkvee koeien. “Wij zitten dichtbij een Natura 2000 gebied. Dat vormt voor onze melkveehouderij een bedreiging”, legt hij uit, “en die wil ik omzetten in kansen voor een toekomstbestendige boerderij. Toen ik hoorde dat er een nieuw natuurgebied werd ingericht waar gronden werden verpacht, ben ik gaan kijken.”
De gronden van de pas ingerichte natuurgebieden zijn in eigendom van Natuurmonumenten. Voor het beheer heeft de natuurorganisatie ook agrariërs nodig. “Je kon een plan insturen en Natuurmonumenten vond het plan goed passen bij hun natuurdoelstellingen.” Dijkshoorn kreeg de grond toebedeeld om het voor een jaar te pachten met mogelijk daarna voor maximaal zes jaar. “Ik vind het heel leuk om het natuurgebied te beheren. Er is een goede samenwerking met Natuurmonumenten. We hebben veel contact en er is over en weer veel interesse. Alles wordt open besproken.”
Zoektocht
Voor het natuurbeheer in de Meijegraslanden met vleeskoeien heeft hij een heel plan opgesteld. “Dat was in het begin een hele zoektocht. Eerst is de vraag welk ras past er in dit gebied. Wat zijn de natuurdoelstellingen en hoe kan ik Natuurmonumenten daarmee helpen? En ook zit je met de vraag: hoe kun je het voor jezelf financieel haalbaar maken?’ Hij kwam uit op Schotse koeien, die laag in hun energie zitten, waardoor zij niet veel eiwitten nodig hebben. “Dit zijn koeien die grazen op natuurgrond en als deze koeien geslacht worden, krijg je een kwalitatief hoogwaardig stuk vlees. Dat vlees willen we zelf gaan verkopen. Steeds meer mensen schakelen om naar lokaal voedsel en betalen liever iets meer voor kwalitatief goed vlees uit de buurt.”
Weidevogelbeheer
De nieuwe natuur is nog maar pas aangelegd en er loopt nog maar een enkele vleeskoe rond. “Het moet allemaal nog gaan lopen.” Daarom richt Dijkshoorn zich vooralsnog ook op de 80 melkveekoeien van het familiebedrijf in de Woerdense Verlaat waar hij zich ook bezighoudt met natuurbeheer. Daar was hij van jongs af aan al in geïnteresseerd. Zijn ouders deden al aan weidevogelbeheer en aan slootkant beheer. “Dat vinden we mooi. Het is mooi om weidevogels op je land te hebben en heel veel rietzangers in het riet langs de sloten. Maar het is een uitdaging om die vogels op je land ook in leven te houden”, vertelt hij.
Speciale soorten
Door de slootkanten 1,5 tot 2 meter breed niet te bemesten ontstaan er andere grassoorten waar de kuikens van de weidevogels zich goed in kunnen verschuilen. “Ook zie je speciale soorten opkomen. Het ene moment is het helemaal geel van de gele lis, dan weer paars van de echte koekoeksbloem. Elk moment van het jaar bloeit er weer iets nieuws op. Doordat je ieder jaar verschraalt, heb je veel meer verschillende vegetatie en dat spreidt zich ook weer uit naar je eigen grond.”
Roerdomp en Noordse woelmuis
In de Meijegraslanden heeft hij naast fauna- en kruidenrijk grasland ook veel riet in beheer. “Voor de roerdomp en ook voor de noordse woelmuis.” Vanaf de slootkant mag hij vijf meter niet maaien. “Normaal gesproken staat dat haaks op je bedrijfsvoering, maar nu werk je mee aan het behalen van de natuurdoelstellingen.” Daarvoor krijgt hij geen vergoeding, maar wel een lagere pacht. Voor de natuurmaatregelen op zijn eigen grond krijgt hij wel subsidie vanuit het agrarisch collectief, maar dat dekt vooral de kosten. “De subsidies die er zijn, die zijn niet toereikend. Je zou eigenlijk een vergoeding willen voor de natuurwaarde die je creëert, maar die is er niet.”
Combineren
Vooralsnog runt hij het bedrijf samen met zijn vader. Maar heeft hij daarnaast ook nog een baan bij een bedrijf in robotisering van het melken van koeien. Dat levert niet alleen geld op, maar ook veel kennis, die hij later hoopt te kunnen toepassen in zijn eigen bedrijf. “Zolang het nog kan blijf ik het combineren, maar ik ben toch het liefst met de koeien bezig.”