Veelgestelde vragen boeren en buren
Het gebied Veenweiden Gouwe Wiericke is straks voor een deel niet toegankelijk voor bezoekers. Er zijn maar weinig plekken in Nederland over waar de natuur ongestoord zijn gang kan gaan. Daarom is het zo belangrijk dat die plekken hier wel komen. Maar er zijn ook een aantal plekken waar je kunt genieten van de natuur. Je kunt wandelen in de natuurgebieden Ruygeborg I, Groene Jonker en Steinse Groen. In natuurgebied de Bovenlanden is een speciaal vogeluitkijkpunt waar je vogels kunt spotten. Verder organiseert Natuurmonumenten vaartochten waarbij je de verborgen schoonheid van de natuur vanaf het water kunt ervaren. Kijk op de website van Natuurmonumenten voor de mooiste wandel-, fiets- en vaarroutes.
Ja er blijft ruimte voor de boeren in de natuurgebieden van Gouwe Wiericke. Binnen de natuurgebieden kunnen grote delen op aangepaste wijze worden beheerd door agrariërs. Het gaat dan om beweiden, het laten grazen van koeien en schapen of andere grazers en maaien van de graslanden. Dit gebeurt in afstemming met de eigenaren van wie zij de gronden kunnen (blijven) pachten. Dit zijn in dit gebied Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer.
De natuurtypen Vochtig Hooiland, Nat Schraalland en Rietmoeras zijn minder goed of niet te combineren met agrarische bedrijfsvoering. Het beheer van deze percelen gebeurt meestal door loonwerkers. Dit loonwerk kan soms ook door lokale boeren worden uitgevoerd.
In de ontwerpen van de nieuwe natuur is zoveel mogelijk rekening gehouden met de omliggende boeren. Zo worden aparte watersystemen ingericht, zodat agrariërs hun eigen waterpeil kunnen behouden. En voor agrariërs die percelen in het natuurgebied willen blijven pachten, zorgen wij ervoor dat zij deze percelen goed kunnen bereiken. Met de natuurbeheerorganisaties hebben we aanvullende afspraken gemaakt om direct na de inrichting intensief te beheren zodat de meest ongewenste onkruiden binnen de perken blijven.
Omdat de natuurgronden niet meer bemest worden en er soms ook geen koeien of schapen meer op mogen grazen, neemt de grasproductie van de gronden af. Dat merken de pachtende boeren. Zij gaan daarom soms op zoek naar andere oplossingen. Ook voor de mest.
De Stuurgroep heeft zich hier samen met de boeren veel zorgen gemaakt over de mogelijke ‘externe werking’ of ‘schaduwwerking’ van de natuur, omdat de omliggende boeren van de natuurgebieden zich mogelijk aan extra regels moeten houden. Verschillende experts hebben hiernaar gekeken. Uiteindelijk is de conclusie van de Stuurgroep dat de boeren hier niet veel nadeel van ondervinden. Ook zijn er maatregelen doorgevoerd om de risico's op dit gebied zoveel mogelijk te beperken.
Om de natuur te versterken, is minder voedselrijke grond nodig. Natuurbeheerders spreken van verschraalde gronden. Door de natuur een handje te helpen wordt grond op sommige plaatsen afgeplagd. In de rubriek feiten & fabels wordt uitleg gegeven waarom dit gebeurt.
In Veenwijden Gouwe Wiericke leggen we verschillende typen natuur aan. Het doel is dat hiermee een grotere biodiversiteit ontstaat van planten en dieren. Daar waar gekozen is voor schrale natuur (bijvoorbeeld vochtig hooiland of nat schraalland) is het soms nodig dat er geplagd wordt. Hierover lees je meer in de rubriek feiten&fabels.
Uitmijnen is een alternatief voor afgraven door intensiever te maaien. Daardoor verschraald de grond. Het is niet gemakkelijk om intensief bemeste landbouwgrond te verschralen tot natuurgebied. Voor de korte termijn is uitmijnen geen goed alternatief, daarom worden delen in de natuurgebieden afgeplagd. In de rubriek feiten & fabels lees je meer over afplaggen en uitmijnen.
De nieuwe natuur geeft het polderlandschap langzaam maar zeker weer meer kleur. In het voorjaar zie je roze velden van echte koekoeksbloemen en zie je de grutto en de tureluur door het veld wandelen. Hele zwermen smienten vliegen op en strijken weer neer. Ook zie je geelgekleurde weilanden door de vele dotterbloemen. Met een beetje geluk hoor je de roerdomp die klinkt als een misthoorn.
Zeldzame plantsoorten
Verder duiken steeds meer zeldzame planten op. Het natuurtype Blauwgrasland dankt zijn naam aan de vele zeldzame soorten zoals blauwe knoop en klokjesgentiaan. De variatie aan bloemen trekt insecten aan en dat is weer belangrijk voedsel voor de kuikens van de weidevogels en voor andere dieren. Verder wordt het landschap afwisselender en om sommige plekken een stuk ‘ruiger’.