Ga naar de inhoud
Logo Veenweiden Gouwe Wiericke, link gaat naar homepagina (naar homepage)
Direct naar
  • Over ons
  • Contact
Zoeken
  • Home
  • Nieuws
  • Natuur
  • Deelgebieden
    • Abessinië en Zuidzijderpolder
    • Bodegraven Noord
    • Meijegraslanden
    • Noordse Buurt
    • Ruygeborg-II
    • Steinse Groen
    • Westveen 1
    • Lange Weide
  • Planten en dieren
  • Discussie
  • Veelgestelde vragen
  • Over ons
  • Contact
  1. Home ›
  2. Veelgestelde vragen ›
  3. Schoon water en het waterpeil

Veelgestelde vragen algemeen


Wat gebeurt er met het waterpeil?

Dat verschilt per natuurgebied. In ieder geval worden voor de nieuwe natuur een eigen peilgebieden ingericht. De omliggende weilanden van de boeren blijven hun eigen waterpeil behouden. Binnen de natuurgebieden gaat het waterpeil meestal omhoog. Zo ontstaan er meer natte delen waar zowel weidevogels als andere dieren zoals reptielen en amfibieën behoefte aan hebben. In de natuurgebieden kan het waterpeil ook wisselen. Dat heet een natuurpeil en betekent dat het waterpeil binnen een vastgestelde boven- en ondergrens mag verschillen. Dit hangt af van hoeveel regen er valt of hoe droog het bijvoorbeeld is.

Hoe wordt het waterpeil beheerd?

Daar waar een ander waterpeil komt, worden scheidingen aangebracht met aarden wallen, ook wel peilscheidingen genoemd of door sloten. Waar nodig worden gemalen of pompen geplaatst. Hiermee kan in elk peilvak onderbemalen worden tot het eigen waterpeil. Op die manier houden omwonenden droge voeten en kan de nieuwe natuur zich mede dankzij de aangepaste waterpeilen ontwikkelen.

Hoe hoog worden de peilscheidingen?

Dat verschilt per project en per perceel. De peilscheidingen moeten in ieder geval ervoor zorgen dat de verschillende peilen in stand kunnen worden gehouden. Dat betekent dat een peilscheiding al snel 20 cm boven het hoogste peil moet zijn. Bij een laaggelegen perceel levert dat een hogere peilscheiding op dan bij een hooggelegen perceel. In sommige gebieden wordt de peilscheiding nog hoger, omdat er bijvoorbeeld specifieke afspraken zijn gemaakt met de omgeving of met het waterschap over waterberging.

Wie beheert het watersysteem in dit gebied?

Het succes van de ontwikkeling van de nieuwe natuur is mede afhankelijk van een goed beheer van het watersysteem. Daarom wordt het dagelijks beheer van de stuwen door de natuurbeheerder uitgevoerd. Dat is ook mogelijk, omdat de natuurgebieden eigen peilvakken hebben. Uiteindelijk is het waterschap eindverantwoordelijk voor het waterbeheer. Als het nodig is kan het waterschap ingrijpen. Dat gebeurt  bijvoorbeeld als het een periode extreem veel heeft geregend of bij lange periodes van droogte.

Wat verandert er aan de sloten

Bij de inrichting van de nieuwe natuur wordt ook rekening gehouden met de oevers van sloten. Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers waardoor de overgang van land naar water geleidelijk gaat, ontstaat er meer biodiversiteit. Deze oevers raken begroeit met verschillende waterplanten waar kleine dieren en vissen zich in kunnen verschuilen en waar amfibieën zoals de rugstreeppad graag in verblijven.

Hoe draagt een goede waterkwaliteit bij aan biodiversiteit

Door het verbeteren van de waterkwaliteit krijgen meer plant- en diersoorten de kans om te overleven. Helder water laat verschillende soorten waterplanten groeien. Doordat er minder chemische bestrijdingsmiddelen in het water terechtkomen, krijgen kleine dieren weer de kans om te overleven. Hier dragen plas- drasgedeelten, poelen en natuurvriendelijke oevers ook aan bij.




De Stuurgroep Veenweiden Gouwe Wiericke richt in opdracht van de provincie Zuid-Holland 1.000 hectare nieuwe natuur rondom de Nieuwkoopse en Reeuwijkse plassen in. De Stuurgroep bestaat uit bestuurders van:

  • Gemeente Bodegraven-Reeuwijk
  • Gemeente Nieuwkoop
  • Hoogheemraadschap van Rijnland
  • Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

Direct naar

  • Over ons
  • Samenwerking
  • Abonneren nieuwsbrief
  • Documenten
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring

Contact

Contactformulier